Een piloot klapt uit de biecht: “Ja, ik heb mijn vrouw leren kennen op het vliegtuig. Die rokjes...”

© BELGAIMAGE

Piloot. Het meest sexy beroep ter wereld, vindt de Vlaming. Maar zeg dat niet tegen de piloten zelf, want ze wuiven het weg. "Wij worden meer door het thuisfront bedrogen dan omgekeerd." Al wordt er wel gefoefeld in de hotels én heeft hij zijn vrouw leren kennen op het vliegtuig. Een piloot klapt uit de biecht.

Lotte debrouwere

“De man was oud. Hij woonde al jaren in Zambia, maar wou in België sterven. Hij zat op zijn laatste vlucht. Letterlijk. België heeft hij nooit gehaald. Hij blies zijn laatste adem uit in de lucht. Ergens boven een oceaan. We wisten niet dat hij zo ziek was. In the middle of nowhere landen was geen optie. Dus vlogen we door. We zetten een zuurstofmasker op het gezicht van de dode man en deden zijn gordel om zodat hij rechtop bleef zitten en niet van zijn stoel zou glijden. De omzittenden lieten we op een andere stoel plaatsnemen. We zeiden dat de man zich niet goed voelde en aan het rusten was. Dat gebeurt meer dan je denkt. Dus ja, soms is het kunst- en vliegwerk in de lucht, ondanks alle protocol.”

© Geert Van de Velde

“Over protocol gesproken. Vroeger waren mensen nog opgekleed, omdat het vliegtuig nemen iets bijzonders was. Nu zie je het volk dat vroeger alleen de bus of de trein nam ook in het vliegtuig. Je mag al blij zijn dat ze niet beginnen te vrijen onder een dekentje of in de toiletten. Ja ja, dat luchtvrijen zie je geregeld. Dan komen ze met twee uit het toilet. Meestal rood aangelopen, maar ze hebben het toch maar gewaagd, hé. Veel kunnen de hostesses daar niet van zeggen. Ze vertellen het dan eens aan ons en dan zeggen wij: Allez, weer eentje. En de kous is af.”

“De tijd dat lijnpiloten de passagiers nog zagen, is voorbij. Met dank aan de terroristen die door de Twin Towers vlogen. Sindsdien is de cockpit volledig afgesloten. Jammer, want vroeger pakten we nog weleens een kind op schoot. Of iemand met vliegangst. Die gaven we dan een wijntje, ter kalmering van de zenuwen. Nu hebben ze daar dure cursussen voor.”

“Jullie ergeren jullie aan alle ­securitychecks op de luchthaven? Honderd keer je koffer laten controleren? Piloten moeten dat elke dag doen. Meerdere keren. Ook al kennen ze je, toch moet het gedaan worden. Nine eleven. Terrorisme. Af en toe zien ze iets door de vingers. Omdat ze ons kennen.”

Vogel in de motor

“Als we tien minuten zelf vliegen op een vlucht van dertien uur, is het veel. Het opstijgen duurt ongeveer dertig seconden en het landen ook. Dat is het spannendste aan vliegen. Dat opstijgen en dalen. Niet dat we daartussen een kaartje zitten te leggen. Maar zo veel heb je niet te doen. Een vliegtuig zonder piloten is dan ook perfect mogelijk. Er zijn computerprogramma’s om elk soort technisch mankementje op te vangen. Maar als die programma’s het begeven, tja, dan heb je toch een piloot nodig.”

“Een vogel in de motor maken we wel vaker mee. Er is nog altijd een andere motor. We schieten niet snel in paniek. Zijn nogal nuchtere, wiskundige mensen. We vliegen vooral omdat we zot zijn van die techniek. En natuurlijk ook voor dat ongelooflijke gevoel van vrijheid. Het moment dat je net boven die wolken komt en de zon ziet opkomen. Ook al hebben we niet veel poëzie in ons lijf, dat raakt ons wel. Boven de wolken vliegen is een ideale remedie voor depressievelingen. Zie je een volledig blauwe lucht rondom je en besneeuwde bergen onder je, dan heb je geen antidepressiva nodig.”

“Maar toch. De eenzaamheid van de piloot wordt onderschat. Zeker op de lange vluchten. We zien veel hotelmuren. Dan zit je daar in een Afrikaanse stad. Eten, slapen, een partijtje pingpong spelen. En als het kan, het zwembad induiken. Op den duur verveelt dat. Mis je je thuis. Omdat ik langeafstandsvluchten doe, zal ik bijvoorbeeld het communiefeest van mijn dochter missen. Dat hakt erin. Ik zal een voorbeeld geven. Mijn schema voor straks: eerst richting Midden-Oosten, dan twaalf uur ter plaatse en dan richting Singapore. Dan 24 uur ter plaatse. Dan via Bombay naar Turkmenistan. En weer terug.”

Het rokje van de stewardess

“Het wordt vaak overgeromantiseerd. Ja, het wordt het meest sexy beroep ter wereld genoemd. Het meest erotiserend ook. Voor een partner is dat misschien de eerste maanden zo, maar daarna? Daarna drama. Schat, je bent nooit thuis en heb jij wat met de airhostess? Ik moet bekennen dat ik mijn vrouw ook heb leren kennen op het vliegtuig. Dat wij een wandelend cliché zijn. Van zij de stewardess en ik de piloot. Ik vond haar meteen knap in zo’n rokje. Die kokerrokjes staan slanke vrouwen wel natuurlijk. Iedere man kijkt daar naar. We vlogen geregeld samen. En nee, we hebben geen seks gehad in de cockpit. Dat is seks op het werk, hé. Er wordt ook wel gefoefeld in de hotels. Affaires. Zeker omdat je soms ver van huis bent. Dat is de kat bij de melk zetten. Stewardessen en piloten begrijpen elkaar ook. Het is een speciaal beroep met speciale uren. Op feest­dagen en verjaardagen zijn we vaak niet thuis. Het is een beetje zoals artsen en verpleegsters.”

“Hoewel ik eerlijk gezegd denk dat het toch moeilijker is voor de partner om thuis alleen te blijven. Er zijn veel piloten die ook bedrogen worden. Wij zijn bezig met ons werk, hé, zij zitten daar thuis. De ontrouw komt nog sneller van het thuisfront. En dat alle stewardessen hot zijn, is een mythe. We vliegen vaak met lelijke Russische vrouwen die kijken alsof ze je met de blote hand gaan vermoorden.”

“Daarom is mijn vrouw maar al te blij dat ik vooral cargovluchten doe. Van verse bloemen uit Kenia tot ananassen uit Zuid-Amerika. Ik vlieg met koeien, kuikens, paarden, lama’s of alpaca’s aan boord. Varkens, die vervoer ik het minst graag. Omdat je die toch wel ruikt tot in de cockpit. Sommige beesten sterven van de stress. Of ik nu beesten of mensen vervoer, je voelt weinig verschil. Alleen het bandje met de veiligheidsregels wordt niet afgespeeld.”

Zombie

“Ons beroep heeft veel van zijn charme verloren. We worden gepakt op onze passie. Ze weten dat we graag vliegen en we worden tot aan de limieten geduwd. Je mag wettelijk zeventien uur onderweg zijn, wel, dan gaan ze iets plannen wat zestien uur en vijftig minuten duurt. Als je dat één keer in de week hebt, gaat dat wel. Maar heb je dat drie of vier dagen na elkaar, dan word je snel een zombie.”

“We vliegen steeds meer en langere uren. Onder het motto: een vliegtuig moet zo veel mogelijk vliegen, want op de grond kost het alleen maar geld. Jetlags blijven moordend. De minimumbezetting is twee piloten. De tijd van drie piloten is voorbij door het tekort aan piloten. We kunnen wel een gecontroleerd uiltje knappen terwijl de ander vliegt, maar dat kan dan een halfuurtje. Als jij als passagier uit een vliegtuig komt, voel je je ook al een beetje loom, hé. Wij hebben constant dat gevoel na een vlucht.”

“Een mens is ook niet gemaakt om te vliegen. We zijn gemaakt om te wandelen op zeeniveau. De airco en het drukverschil zorgen ervoor dat je ­lichaam uitzet. Je laat daardoor veel meer winden en je huid schilfert af door de droge lucht. Je krijgt last van je oren wegens het geluid van de wind en bent gevoelig voor verkoudheden en geblokkeerde sinussen. Het risico op kanker zou ook groter zijn wegens de schadelijke UV-stralen op het vliegtuig, en via de airco zou ook vergiftigde lucht van de motoren binnenkomen. Dat wordt nu onderzocht.”

“Je moet ook flexibel zijn, de schema’s veranderen vaak. Je moet eerst naar Dubai, maar dan blijkt het New York te zijn en uiteindelijk vlieg je op Mexico. In plaats van zeven dagen kan je plots tien dagen weg zijn. De planning verandert heel vaak. Ja, je kan vliegen op Europa. Maar dat is in veel ogen van piloten saai. Dat is de bus van Gullegem naar Wevelgem nemen en dan weer terug. En soms mag je eens blijven slapen in Roeselare. Dat is het dan. Er zijn mensen die niets anders moeten doen dan van Brussel naar Hamburg vliegen. Het is saai, je kent de routes vanbuiten en je kan alles voorspellen.”

“Er is ook veel meer file in de lucht. Mensen kunnen zich dat niet voorstellen, maar het is er alsmaar drukker. De lucht is soms verzadigd met vliegtuigen. En als een vliegtuig drie minuten te laat opstijgt, zijn ook de vliegtuigen daarna ontregeld. We moeten geregeld rondjes draaien boven een luchthaven. Vooral boven die van Londen en Parijs is het gigantisch druk.”

Vliegen met Bin Laden

“Een lijnpiloot die in Europa vliegt, zal tussen de 3.000 en 5.000 euro bruto verdienen. Als je lijnpiloot op lange afstanden bent, krijg je meer. En een privépiloot verdient snel 7.000 euro netto. Maar vergeet niet dat elke ­piloot heel dure studies achter de rug heeft, die hij zelf moet financieren. Die kosten zo’n 80.000 euro. Geen wonder dat er een tekort is aan piloten. Het is en blijft een beroep voor zonen en dochters van zij die veel geld hebben. En vraag aan een piloot of hij of zij wil dat zijn of haar kinderen dat doen, en het antwoord zal nee zijn. Te veel inspanningen en opofferingen voor te weinig geld. Je moet echt al naar het Verre Oosten vliegen wil je deftig geld verdienen.”

“Lijnpiloten die het beu zijn, worden soms privépiloot. Dat is wel veel afwisselender en minder stressvol. Een maand ter plaatse en een maand thuis. Dat is idealer dan die onvoorspelbare vluchten. Ik werkte onder meer voor de familie Bin Laden. Sjeik Bakr bin Laden om precies te zijn. Halfbroer van Osama, zelfde vader, andere moeder. Groot zakenman. Ze waren uiterst discreet en over Osama werd nooit iets gezegd. Ik leerde hem pas kennen nadat zijn broer was gedood. Ze deden geen zotte dingen, vliegen voor hen was aangenaam. Ze werden wel uitgebreider gecontroleerd op vliegvelden waar ze niet vaak kwamen. Ik werkte ook voor de president van een Afrikaans land. Hij vloog met Air Force One, maar ik bestuurde het begeleidende vliegtuig en had vaak ministers aan boord. Ooit zette ik een minister af op zijn bestemming na een uurtje vliegen. Ik keerde met een leeg vliegtuig terug naar huis. Na een halfuur kreeg ik telefoon. Dat we snel moesten terugkeren. De minister was belangrijke medicatie vergeten. Dus wij zo rap mogelijk terug naar daar. Bleek het om een USB-stick te gaan met muziek voor een feestje.”

“Ik werd ook nog eens in september opgebeld om een vluchtje heen en weer naar Parijs te doen. Aan boord zaten kinderen of kleinkinderen van de presidentiële familie. Tussen de acht en twaalf jaar. Rond middernacht zijn we vertrokken en om zeven uur zijn we geland in Parijs. Ze kwamen er schoolbenodigdheden kopen omdat die in Parijs goedkoper zijn. Een beetje zot, 14 uur een jet huren om balpennen en schriftjes te kopen die goedkoper zijn in Europa. Alles bij elkaar kost een vlucht toch zo’n 12.000 euro per uur. Maar mij niet gelaten. Er gaat niets boven vliegen. Of dat nu voor een balpen in Parijs of een bos Keniaanse bloemen is, als we maar in de lucht hangen. Dan is alles goed.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen