“We kunnen ons vragen stellen over de pedagogische kwaliteiten van mijn cliënt”, zegt de advocaat van beklaagde P.N. (38) uit Leuven op de zitting in de correctionele rechtbank. P.N. moest er zich verantwoorden voor slagen aan zijn stiefzoon M. (1,5) in de periode van juli 2014 tot juni 2015. De vader van het kind stapte in juli 2015 naar het ziekenhuis, daar stelde de dokter vast dat het kind zijn rechterbovenbeentje had gebroken. De feiten vonden uren eerder plaats in de toenmalige woning de stiefvader en de moeder in Bierbeek. Noch de stiefvader noch de moeder van M. verwittigden direct na de feiten de hulpdiensten, maar wachtten uren alvorens de papa op de hoogte te brengen. Volgens de verklaringen van de vrouw zou het kindje, dat door het leven gaat met ADHD, met het beentje tussen de spijlen van het bed zijn gevallen. Omdat de peuter nog andere vreemde verwondingen had werd de politie er bijgehaald. Er volgde een gerechtelijk onderzoek.

Striemen en brandwonden

Het parket stelde een wetsdokter aan die vaststelde dat de verschillende verwondingen van het kind niet eigen waren aan hoe een kind van die leeftijd speelt. Zo vond de specialist nog allerhande blauwe plekken, striemen in de hals, brandwonden, schrammen in het gezicht, een blauwe neus en blauwe ogen. “Volgens de arts is het niet normaal dat een kind in een tijdspanne van zeven maanden zoveel accidentele verwondingen oploopt. Er is hier sprake van kindermishandeling of minstens een gebrek aan gepast toezicht”, aldus het parket.

“Mijn cliënt zegt duidelijk dat hij nooit opzettelijk gehandeld heeft”, antwoordde de advocaat van P.N. “Nooit heeft hij het jongetje geslagen. M. kwetst zichzelf vaak. Wordt hij in de hoek gezet, dan bonkt hij zelf met het hoofd tegen de muur. Ik vraag voor mijn cliënt een opschorting van straf gekoppeld aan voorwaarden”, aldus de raadsman van P.N.

Net als zijn vrouw staat P.N. ook terecht voor onopzettelijke slagen door een gebrek aan toezicht. Beiden riskeren een werkstraf van 70 uur. De advocaat van de vrouw vraagt ook de opschorting gekoppeld aan voorwaarden. Vonnis op 4 mei.